top of page
Duurzaamheidsverklaring | Sealtec Waterproofing

DUURZAAMHEIDSVERKLARING

Duurzaamheidsverklaring | Sealtec Waterproofing
Duurzaamheidsverklaring | Sealtec Waterproofing

“The greatest threat to the planet is the belief that someone else will save it”

(Robert Swan)

ALGEMENE PRODUCTINFORMATIE

TPO’s (of FPO’s) zijn thermoplastische polyolefinen. Het zijn polymeren (kunststoffen) op basis van uitsluitend koolstof en waterstof, meer bepaald zijn het polymeren van lichte alkenen, onverzadigde koolwaterstoffen

zoals ethyleen en propyleen. In plaats van alkenen duidt men deze stoffen in de industrie vaak aan als olefines. Het zijn

zeer wijd verspreide kunststoffen die decenia lang ook toepassingen kennen in de waterdichting van platte daken, waterbouwkundige en civiele toepassingen en decoratieve lining toepassingen zoals vijvers, zwemvijvers en zwembaden.

TPO is algemeen beschouwd als een uiterst ecologisch dichtingsmembraan en combineert de duurzaamheid van EPDM met de thermisch lasbaarheid en het kleurenspectrum van PVC-P.

GRONDSTOFFEN

SIKAPLAN WT en AGRU RELAX zijn TPO’s die hoofdzakelijk samengesteld zijn uit een polypropyleen, respectievelijk polyethyleen matrix. Tussen de bovenste en onderste laag van beide membranen bevindt zich een glasvlies wapening die niet alleen bijdraagt tot excellente mechanische eigenschappen zoals pons- en doorscheurweerstand maar ook tot een verhoogde levens- verwachting van het membraan wat een rechtstreeks positieve invloed op het milieu heeft.

 

GEEN WEEKMAKERS

TPO’s bevatten geen weekmakers. Vloeibare weekmakers (of Ftalaten) migreren of verdampen uit het membraan wanneer ze in contact komen met bepaalde stoffen, warmte en door veroudering. Door verlies van weekmakers zullen deze membranen verharden en kunnen er zich barsten vormen, voornamelijk bij koudere temperaturen. Door de afwezigheid van weekmakers is het TPO membraan dus duurzamer en milieuvriendelijker. Greenpeace vecht al decenia lang, en met succes, tegen het gebruik van weekmakers (Ftalaten), aangezien deze voor zowel mens als milieu zeer belastend zijn (zie Greenpeace).

Greenpeace's go PVC Free document stelt: ..."Weinig consumenten beseffen dat PVC de meest schadelijke van alle kunststoffen is." In feite is dit alledaagse plastic een van de meest giftige kunststoffen op onze planeet voor haar bewoners. PVC vervuilt mens en milieu gedurende de hele levenscyclus: tijdens de productie, het gebruik en de verwijdering. (vertaling EN-NL met Deepl)

Ook verschillende consumentenverenigingen volgen dit spoor en waarschuwen voor deze zeer vervuilende vulstoffen (zie Umwelbundesamt Deutschland en Umweltbundesamt Österreich). Zelfs het "Steunpunt  beleidsrelevant onderzoek" van de Vlaams Overheid waarschuwt voor de schadelijke gevolgen van weekwakers en stelt zelfs dat weekmakers in waterig milieu op lange termijn schadelijke effecten kunnen veroorzaken.  

Apple Inc. klasseert PVC en Ftalaten zelfs als “de ergste giftstoffen” in haar duurzaamheidsverklaring (pag. 40). In een paper, gepubliceerd door de stad Toronto wordt op pagina 3 en 4 een overzicht met meer dan 50 multinationals en sterke merken gegeven die PVC verbannen in hun producten, gebouwen en verpakkingen.

GEEN CHLORIDES

TPO’s bevatten geen chlorides die bij verbranding tussen 300°C en 900°C instaan voor de vorming van dioxines en bijtende verbrandingsgassen. Dit heeft gevolgen voor de recycling van chloor bevattende materialen maar ook voor de verwerker (lasser) aangezien de lastemperatuur of lasvenster zich exact binnen hoger vermeld temperatuurbereik bevindt. Deze problematiek wordt eveneens aangekaart in het Greenpeace document en de Europese Commissie.

 Op Wikipedia (PVC chapter 7.5: Dioxines) staat zelfs volgende info:

 

In februari 2007 bracht het Technisch en Wetenschappelijk Adviescomité van de US Green Building Council (USGBC) zijn rapport uit over een PVC uitfazering Het rapport concludeert dat "geen enkel materiaal in alle categorieën van menselijke gezondheid en milieu-impact als het beste naar voren komt, noch als het slechtste", maar dat het "risico van dioxine-emissies PVC consequent bij de slechtste materialen voor menselijke gezondheid plaatst".  (vertaling EN-NL met Deepl)

Op diezelfde pagina (PVC chapter 7.4: Vinyl Chloride Monomer) wordt het verband gelegd tussen het verwerken van PVC en bepaalde vormen van kanker.

In het begin van de jaren zeventig werd de kankerverwekkendheid van vinylchloride (meestal vinylchloridemonomeer of VCM genoemd) in verband gebracht met kankers die werden vastgesteld bij werknemers in de polyvinylchloride-industrie. Met name bij werknemers in de polymerisatieafdeling van een B.F. Goodrich-fabriek bij Louisville, Kentucky, werd leverangiosarcoom vastgesteld, ook bekend als hemangiosarcoom, een zeldzame ziekte. Sindsdien hebben onderzoeken bij PVC-arbeiders in Australië, Italië, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk bepaalde soorten beroepskanker in verband gebracht met blootstelling aan vinylchloride, en het is algemeen aanvaard dat VCM kankerverwekkend is. De technologie voor het verwijderen van VCM uit producten is streng geworden, in overeenstemming met de bijbehorende voorschriften. (vertaling EN-NL met Deepl)

Dit werd in het verleden zelfs aangekaart in de Belgische Kamer. In de vraagstelling staat het volgende te lezen:

Uit het onderzoek, dat gebeurde op basis van metingen in Nederland, Zweden en Noorwegen, valt aldus af te leiden dat de productie van EDC/VCM een enorm grote bron van zeer gevaarlijke chloorhoudende koolwaterstoffen is. Nog volgens de studie zou de industrie het probleem van de chloorstoffenvervuiling tijdens de PVC-productie bagatelliseren. Nochtans staat nu wetenschappelijk vast dat tijdens de PVC-produktie dioxines en aanverwante chloorstoffen worden gevormd. Niets doet vermoeden dat de situatie in België anders is. Recent wetenschappelijk onderzoek duidt bovendien op de gevaren van dioxines voor de gezondheid van de mens.

PRODUCTIE

Het productieproces van TPO membranen gebeurt d.m.v. extrusie en heeft slechts een beperkte impact op het milieu omwille van zijn “low energy consumption”. De polymeren en additieven die worden gebruikt houden geen gevaar in voor mens en milieu. Bovendien wordt de werkomgeving niet vervuild door stofdeeltjes die tijdens het productieproces vrijkomen. Tenslotte is de hoeveelheid stoffen die tijdens het extrusieproces bij hoge temperatuur vrijkomen, verwaarloosbaar. Dit wordt eveneens bevestigd in de eerder aangehaalde Greenpeace paper:

"Volkomen terecht wordt polypropyleen het 'materiaal van de toekomst' genoemd. Want naast zijn uitstekende eigenschappen heeft het alle voordelen voor een ecologisch schone productie." (vertaling EN-NL met Deepl)

UITERST DUURZAAM

Sarnafil (overgenomen door SIKA in 2009) startte met de productie van thermoplastische polyolefinen eind de jaren ’80 en wordt wereldwijd aanschouwd als de pionier inzake TPO-dichtingsfolie. Duurzaamheidsstudies uitgevoerd door het “Institut für Bautenschutz, Baustoffe und Bauphysik" in Duitsland wijzen uit dat TPO een levensverwachting heeft boven 55 jaar in blootgestelde toepassingen. Verschillende fabrikanten communiceren over bestaande referenties van meer dan 25 jaar die zich nog in zeer goed staat bevinden.

EENVOUDIG TE RECYCLEREN

Vandaag wordt alle afval, afkomstig van de productie en het versnijden van de folie, volledig gerecycleerd tijdens het productieproces. De afwezigheid van zware metalen draagt bij tot en vereenvoudigt de volledige recyclage van het membraan en/of de verwijdering ervan door verbranding aan het einde van de levensduur. Bij volledige verbranding ontstaan alleen de niet-giftige stoffen koolstofdioxide en water. Het verbranden van polyetheen en polypropyleen levert dan ook geen gevaar op voor mens en milieu

ONZE BIJDRAGE TEGEN KLIMAATVERANDERING

We zijn er van overtuigd dat we ook zelf een rol kunnen spelen in het bewustmakingsproces om milieuvriendelijke en voor de mens gezondere materialen te gebruiken. Dat is ook de rode draad in ons gamma producten en systemen. Om deze lijn door te trekken, hebben we door Ecolife onze ecologische voetafdruk laten berekenen waardoor we nog bewuster zijn geworden van onze ecologische voetafdruk.

Voor de berekening van onze CO2-uitstoot werden volgende criteria in acht genomen:

  • Jaarlijks dieselverbruik

  • Jaarlijks stroomverbruik op kantoor en op de werven

  • Waterverbruik

  • Transport materialen

  • Jaarlijks tonnage werfafval, papier/karton

  • Gebetonneerde oppervlakte

 

Een hele boterham dus. Het deed ons nadenken over ons gedrag en over hoe we nog energiezuiniger kunnen werken zonder aan efficiëntie in te moeten boeten. Maar in eerste instantie vonden we het onze plicht om onze huidige CO2-uitstoot zo snel mogelijk te compenseren. Hiervoor doen we een beroep op BOS+.

 

4 HECTAREN BOS ALS COMPENSATIE VOOR ONZE CO2 UITSTOOT

BOS+ ondersteunt duurzame projecten waarbij de lokale bevolking nauw wordt betrokken. Die plukt zo op korte én lange termijn de vruchten van de (her)bebossing. Meer nog, door een versterking van deze gemeenschappen worden ze heuse ‘stewards van de tropen’ en  beschermen ze grote delen van het  amazonewoud. Het is dan ook in ieders belang dat de investeringsprojecten succesvol verlopen. Deze aanpak bevalt ons en we zien het ook als een ecologisch én sociaal project. Concreet zullen we de komende 10 jaar elk jaar 0,4 hectare nieuw bos laten aanplanten in Peru. In totaal goed voor 4 hectare, wat voldoende is om onze CO2-uitstoot te compenseren.

 

Je kan meer te weten komen over de werking en activiteiten van BOS+ op bosplus.be.

Bereken ook zelf eens je ecologische voetafdruk op treecological.be, een samenwerking tussen BOS+ en Ecolife.

bottom of page